Aminozuur

Algemene structuur van α-aminozuren. De R staat voor residu-groep

Een aminozuur is een organische verbinding die zowel een carboxygroep (-COOH) als een aminegroep (-NH2) bezit. Meestal worden in de biochemie met aminozuren specifiek α-aminozuren bedoeld. Bij dit soort verbindingen staan de carboxygroep en de aminogroep op hetzelfde (meestal chirale) koolstofatoom. α-aminozuren, ook wel, maar niet correct,[1] proteïnogene aminozuren genoemd, zijn de bouwstenen van peptiden, polypeptiden en eiwitten. Daarnaast dienen sommige aminozuren als precursor in de biosynthese van andere aminen, zoals de verschillende catecholaminen die uit tyrosine gevormd worden.

In de natuur zijn ongeveer 500 verschillende aminozuren geïdentificeerd, twintig daarvan komen in menselijke eiwitten voor, de zogeheten fundamentele aminozuren. Tijdens de spijsvertering worden aminozuren, onder invloed van enzymen, uit in de voeding aanwezige eiwitten vrijgemaakt (hydrolyse). Uit de vrijgekomen aminozuren kan het organisme zijn eigen specifieke eiwitten weer opbouwen. Het organisme kan een aantal fundamentele aminozuren zelf synthetiseren, andere echter niet. Deze laatste moeten in het voedsel aanwezig zijn, men noemt ze de noodzakelijke of essentiële aminozuren. Volwassen mensen hebben negen essentiële aminozuren nodig: lysine, tryptofaan, fenylalanine, leucine, isoleucine, threonine, methionine, histidine en valine.

Via enzymreacties (protease) in het spijsverteringskanaal worden eiwitten opgesplitst in aminozuren (proteolyse). De aminozuren worden vervolgens door het bloed via de darmhaarvaten en de poortader naar de lever gevoerd. Omdat eiwitsynthese uit aminozuren vooral in de lichaamscellen plaatsvindt, zal een groot deel van de aminozuren de lever onveranderd verlaten. Toch worden ook in de lever (niet-essentiële) aminozuren aangemaakt. Dit wordt transaminering genoemd.

  1. Proteïnogene aminozuren zijn een subset van α-aminozuren die direct via de genetische code in proteïnes worden ingebouwd. Daarnaast is er nog een aantal aminozuren die na het vertalen van die code gewijzigd worden (bv. cysteïne dat vaak omgezet wordt in cystine). Naast deze twee groepen is er nog een groep aminozuren die niet in proteïnes voorkomt, maar wel een rol speelt in de biochemie (bv.: ornithine) en een heel grote groep die niet uit de biochemie bekend is. Dat laatste betekent dan weer niet dat deze verbindingen biologisch niet actief kunnen zijn. Medicijnen zijn vaak niet biologisch bekende stoffen, maar ze werken wel in op biologische systemen.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne