Beschermingsbewind

Beschermingsbewind is een juridische maatregel die een rechter kan uitspreken ten behoeve van een meerderjarige die naar objectieve maatstaven niet in staat is zijn of haar belangen van vermogensrechtelijke aard zelf kundig te behartigen. Redenen kunnen zijn de lichamelijke en/of geestelijke toestand, of het door verslaving of andere omstandigheden ophopen van schulden die niet kunnen of niet worden voldaan. Het is een rechtsfiguur die binnen het rechtsgebied bewind valt. Het verzoek om een beschermingsbewind in te stellen kan worden gedaan door bepaalde in de wet genoemde personen. Is een beschermingsbewind uitgesproken, mag de rechthebbende alleen over het eigen vermogen beschikken na toestemming van de bewindvoerder. De maatregel wordt in de praktijk ook wel onderbewindstelling genoemd en is indirect bedoeld ter bescherming van de persoon in kwestie, dat zijn of haar vermogen zoveel mogelijk in stand blijft, en ter bescherming van schuldeisers, dat hun vorderingen worden voldaan.

In België heeft een rechter bij het beschermingsbewind de keus uit verschillende mogelijkheden. De vrederechter bekijkt of het nodig is een bewind in te stellen over één of meer van de goederen van de meerderjarige zonder de persoon onder bewind te stellen; of het nodig is een persoon onder bewind te stellen, of allebei. In Nederland zijn dat verschillende regelingen, bij het beschermingsbewind kunnen alleen goederen onder bewind worden gesteld, geen personen.

De rechter benoemt een derde als bewindvoerder die bevoegd is de financiële huishouding op een verstandige manier te voeren in het belang van de rechthebbende. De wettelijke taak van de bewindvoerder is nadrukkelijk beperkt tot beheer van het onder bewind gestelde vermogen. Een bewindvoerder heeft de wettelijke verplichting zo snel mogelijk een boedelbeschrijving op te stellen van hetgeen onder bewind is gesteld, met waardebepaling van de afzonderlijke goederen en rechten en er moet jaarlijks rekening en verantwoording over de werkzaamheden worden afgelegd aan de rechter.

Het recht van bekwame personen om in vrijheid en zelfstandig over het eigen vermogen te beschikken is een Europees grondrecht (artikel 1 Eerste protocol EVRM) dat alleen door nationale wetgeving in het algemeen belang kan worden ingeperkt. Bescherming van onbekwame personen tegen ondeskundige omgang met het eigen vermogen wordt in België en Nederland als van openbare orde gezien, evenals bescherming van schuldeisers tegen dergelijk gedrag van onbekwame en bekwame personen. Nationale wetgeving die grondrechten inperkt moet proportioneel zijn en zo terughoudend als mogelijk. Toepassing van de regels in een individuele situatie door de rechter en uitvoer van het bewind door de bewindvoerder eveneens.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne