Friese talen

Zie Fries (doorverwijspagina) voor alle betekenissen van het woord Fries
Fries
Frysk; Fräisk; Friisk, fresk, freesk, frasch, fräisch, freesch
Gesproken in Nederland (Friesland en het Groninger Westerkwartier) en Duitsland (Saterland en Noord-Friesland).
Sprekers ca. 425.000 [1]
Rang niet in de top 100
Taalfamilie
Varianten
Alfabet Latijns alfabet
Officiële status
Officieel in
Taalorganisatie NL: Fryske Akademy
DE: Nordfriisk Instituut
Taalcodes
ISO 639-1 Westerlauwers Fries: fy
ISO 639-2 Westerlauwers Fries: fry
ISO 639-3 Westerlauwers Fries: fry
Noord-Fries: frr
Saterfries: stq
Portaal  Portaalicoon   Taal
Het Friese taalgebied
Oorspronkelijke verspreiding van het Fries
oude Friese taal uit 1345.
Tweetalig plaatsnaambord (2008)

De Friese talen (Westerlauwers Fries: Frysk; Saterfries: Fräisk; Noord-Fries: Friisk, fresk, freesk, frasch, fräisch, freesch) zijn een groep van drie nauw verwante talen die behoren tot de Noordzeegermaanse tak van de West-Germaanse talen en gesproken worden langs delen van de Nederlandse en Duitse Noordzeekust.

De talen zijn nauw verwant aan het Engels en worden ook wel geschaard onder de Noordzeegermaanse of Ingveoonse talen. Naast het feit dat de Friese talen op lexicaal gebied sterke overeenkomsten vertonen met het Engels, hebben de Noordzeegermaanse talen – en in mindere mate ook het Nederlands – ook hun eigen karakteristieke Ingveoonse klankverschuivingen ondergaan.

De Friese talen worden gesproken door (minstens) 425.000 mensen. waarvan het overgrote deel (415.000) in de Nederlandse provincie Friesland, ruim 2.000 in Saterland, 5.000 tot 10.000 in Noord-Friesland en op Helgoland, verder een onbekend aantal in andere delen van Nederland en Duitsland. Deze talen zijn genetisch nauw verwant, maar hebben zich apart van elkaar ontwikkeld, waardoor er geen of slechts beperkt sprake is van wederzijdse verstaanbaarheid tussen de taalgroepen onderling.[2][3] Voor het Noord-Fries geldt zelfs dat enkele van de hiertoe gerekende varianten onder elkaar tot op zekere hoogte niet wederzijds verstaanbaar zijn.[4]

In Nederland is het (Westlauwers) Fries sinds 1956 officieel erkend als tweede rijkstaal, daarnaast geniet het bescherming onder het Europees Handvest voor regionale en minderheidstalen. Het Saterlands en Noordfries genieten in Duitsland onder hetzelfde handvest een soortgelijke bescherming en status. In beide landen is het gebruik van de Friese talen binnen het onderwijs, de rechtspraak en overheidscommunicatie wettelijk verankerd binnen het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.

  1. Dit betreft alleen Friestalige sprekers in de provincie Friesland, in Saterland, op Helgoland en Kreis Nordfriesland. Voor de Friezen in diaspora (um utens) ontbreken betrouwbare cijfers. Het aantal inwoners dat Fries als moedertaal heeft, bedraagt omstreeks 380.000.
  2. Piet Hemminga, 'Language Policy in Germany and the Netherlands. A Comparison with Regard to the Three Frisian Languages', in: Ethnos Nation 7 (1999), p. 81-94: citaat: “For a common speaker of one of the Frisian variants the three languages are too dissimilar to understand the other variants.”
  3. Femke Swarte, Nanna Haug Hilton & Charlotte. Gooskens, 'Onderlinge verstaanbaarheid tussen Noord- en Westerlauwers Fries'. in: Us Wurk, tydskrift foar Frisistyk 62 (2013), p. 21-46.
  4. Alistair Walker, 'Extent and Position of North Frisian', in: Munske, Handbuch des Friesischen, 2001, p. 263-284, hier p. 266.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne