Italiaanse renaissance

Voor renaissance als historisch periodebegrip, zie Renaissance.
Renaissance
"De Atheense filosofenschool" van Raphael
Onderwerpen

Vroegrenaissance
Hoogrenaissance
Maniërisme
Architectuur
Dans
Filosofie
Humanisme
Literatuur
Muziek
Wetenschap

Landen

Engeland
Duitsland
Frankrijk
Italië
Nederlanden
Noord-Europa
Polen
Spanje

De Italiaanse renaissance is een in de 14e eeuw in Italië ontstane intellectueel-culturele beweging, periode en kunststijl die omstreeks 1500 haar hoogtepunt bereikte. In navolging van Jacob Burckhardt, beschouwde de geschiedschrijving deze culturele beweging lange tijd als een afrekening met de middeleeuwen. Deze visie geldt inmiddels als achterhaald. Alleen in de kunst en de literatuur was sprake van een duidelijke breuk met de voorgaande periode van de middeleeuwen.

Het begin van de renaissance leggen sommige historici in de eerste helft van de veertiende eeuw. Veel aspecten van de Italiaanse cultuur en samenleving bleven echter middeleeuws, zo bleef de Kerk onverminderd machtig. Veel kunstwerken uit de renaissance hebben een religieuze thematiek en bevinden zich in religieuze gebouwen, zoals het fresco van het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci in een Milanees klooster, en de plafondschilderingen van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel. En zelfs het katholieke machtssymbool bij uitstek, de Sint-Pietersbasiliek, is in de renaissance ontworpen en gebouwd.

De notie van een renaissance (de Franse vertaling van het Italiaanse rinascita, wedergeboorte, namelijk van de klassieke oudheid) kwam oorspronkelijk van Florentijnen die reflecteerden op, met name de culturele aspecten van, hun eigen geschiedenis. Vooral in de neolatijnse literatuur en de beeldende kunst vanaf 1300 (het trecento) is een geleidelijk negatievere houding merkbaar ten opzichte van de voorgaande middeleeuwen, de periode tussen het einde van de oude wereld en het trecento. De middeleeuwen worden daarin steeds vaker neergezet als een periode van duisternis, zonder welsprekendheid, poëzie, grote sculpturen en schilderijen. Voorbeelden van deze houding vindt men in de geschriften van Petrarca en Boccaccio, Salutati en Bruni, en bij kunstenaars en architecten als Ghiberti en Alberti. Deze humanisten en hun navolgers stelden zich ten doel om na de "periode van barbarij", zoals ze de middeleeuwen noemden, de klassieke idealen te doen herleven. De superieur geachte cultuur van de klassieke oudheid diende in ere te worden hersteld en, zo mogelijk, te worden overtroffen (translatio, imitatio en aemulatio). Deze ontwikkelingen, hoe opmerkelijk ook, werden slechts gedragen door een overwegend mannelijke elite. Voor de grote meerderheid van de bevolking veranderde er weinig: de renaissance bleef als culturele beweging in Italië grotendeels beperkt tot de kring van geletterden en patroons.

De Italiaanse renaissance beleefde haar hoogtepunt omstreeks 1500, waarna de Italiaanse oorlogen de regio ontwrichtten. De ideeën en kunstuitingen van de renaissance verspreidden zich echter verder in Europa. In veel Europese landen was niet alleen sprake van beïnvloeding vanuit Italië, maar dikwijls ook van vergelijkbare culturele ontwikkelingen van eigen bodem.

Leonardo da Vinci: Anatomie van een mannelijk naakt (schets).

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne