Mop (taal)

Een mop (ook: grap, bak) is een kort verhaal dat bedoeld is om de toehoorder(s) te laten lachen. Moppen circuleren bij uitstek in de mondelinge overlevering, en om die reden zijn het ook volksverhalen.

Het woord 'mop' voor dit genre volksverhalen bestaat sinds de tweede helft van de 19e eeuw. Het fenomeen is al wel ouder: in de 17e eeuw tekenden advocaat Aernout van Overbeke en jurist Samuel van Huls al moppen op die zij in de dagelijkse conversatie hoorden. Grappige vertellingen werden toentertijd boerden, kluchten of 'uien' genoemd. De voorlopers van de korte moppen waren wat verder uitgesponnen kluchtige verhaaltjes. Ze worden in het Duits wel 'Schwankmärchen' genoemd. In zulke verhaaltjes konden meerdere grappige momenten zitten, en ze hoefden het niet per se te hebben van een krachtige punchline of clou. De oudste Nederlandstalige grappige verhalen stammen uit de middeleeuwen; vanaf de late middeleeuwen werden ze gebundeld in zogenaamde kluchtboekjes. De moderne moppen zijn meestal kort en het lachmoment zit aan het eind. Moppen kunnen zich tegenwoordig ook voordoen in de vorm van een raadsel. In Nederland doet het DOC Volksverhaal van het Meertens Instituut onderzoek naar moppen.

De mop bevat meestal een verrassingseffect. Aan het einde van de verhaallijn volgt meestal een onverwachte zinswending, de punchline, de clou of pointe genaamd. Een mop kan ook in de vorm van een raadsel gesteld worden. Het antwoord is dan de pointe. Belangrijk bij het vertellen van een mop is de manier waarop die verteld wordt. De intonatie van de stem en de houding van het lichaam spelen hierbij een grote rol.

Veel moppen zijn taboedoorbrekend, dat wil zeggen dat ze een onderwerp hebben waar men gewoonlijk niet over spreekt. Seks is dan ook een geliefd onderwerp. Een mop met een scabreuze inhoud wordt schuine mop genoemd.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne