Nimf (mythisch wezen)

Nimf
νύμφη
Nimf
Oorsprong Griekse mythologie
Cultuscentrum Nymphaeum
Gedaante Chtonische halfgodin en daimon
Associatie de natuur
Waternimf, door Gaston Bussière
Portaal  Portaalicoon   Religie

Een nimf (Oudgrieks: νύμφη: bruid, gesluierd) is een Griekse halfgodin en daimon die in de natuur leeft, en vaak gebonden is aan een bepaalde plek of plantensoort.

De nimf behoort tot de chtonische goden en verschijnt zeer dikwijls, evenals de - hen belagende - Satyrs, Pans, Panisken en andere wezens van dezelfde soort, in het gevolg van Dionysos (wijngod). Ze is een bevallig meisje, dat in de godsdienstige voorstellingen van de Grieken een personificatie was van het leven en de rusteloze werkzaamheid, die er heerst in de natuur. De werkkring van nimfen strekt zich dan ook over de ganse natuur uit. Zij kan zich openbaren in zowel het ruisen van de bronnen en beken, als in het ontkiemende plantenleven, in het bos en op veld en weide. Ze is een tedere, liefelijke jonkvrouw, die, al is zij over het algemeen vriendelijk gezind jegens de mensen, toch geen behagen schept in de nabijheid van menselijke woningen en hun gedruis makende dagelijkse bezigheden, maar zich schuw terugtrekt in de eenzaamheid van het woud en van het gebergte, die tot stil gepeins en zoete dromerij uitlokt. Daar leeft zij een vrolijk, gezellig leven in grotten en bergkloven, die zij bewoont.

Nu eens wijdt zij zich aan de een of andere nuttige werkzaamheid, dan weer voert zij samen met andere nimfen bevallige reidansen uit en zingt vrolijke, lustige liederen, of duikt met haar tedere ledematen onder in het parelende schuim van de eenzame bronnen en beken. Zij sluit zich graag bij de hogere godheden aan, vooral bij degenen die invloed hebben op het leven van de natuur. Nimfen dienen hen dan met ijver. Daarom zien wij ze ook in de Bacchantische vrolijkheid delen van het gevolg van Dionysos, die immers ook onder de liefderijke zorg van de nimfen van Nysa was opgegroeid; dan weer begeleiden zij Aphrodite (godin van de liefde) of zij trekken op de jacht met Artemis (godin van de jacht) en worden ook geassocieerd met Pan en Hermes (god van de handel).

Satyr en maenade (tondo van een roodfigurige Attische kop, ca. 510–500 v.Chr.)

Van deze nimfen in de engere zin van het woord, die reeds door de oudste dichters dochters van Zeus worden genoemd, moet men echter sommige persoonlijkheden, zoals Kalypso, de dochter van Atlas of van Nereus en Circe, de dochter van Helios, en andere uitzonderen, die weliswaar ook nimfen heten, maar toch in de Griekse godenwereld een afzonderlijke plaats innemen.

Volgens de oudere voorstelling van de nimfen worden zij tot de onsterfelijke goden gerekend, daar zij onder andere aan de vergaderingen van de goden deelnemen en van de mensen goddelijke verering genieten. Zij zijn in hun doen en laten even vrij als de in rang en waardigheid boven hen staande goden. Later evenwel ontstond, voornamelijk met betrekking tot een deel van de nimfen, de Dryaden, de voorstelling, dat haar leven was verbonden met dat van de boom, waarin zij zetelden, en dat bijvoorbeeld een gewelddadige vernieling van die boom ook haar dood tot gevolg had.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne