Rabbijn

Rabbijn, rond 1900
Rabbijn Moshe Feinstein (Orthodox jodendom)
Rabbijn Awraham Soetendorp (Liberaal jodendom)
Eveline Goodman-Thau, Rabbijn in Oostenrijk

Een rabbijn of rabbi (Aramees: רַבִּי, rabī, Jiddisch: רבה, Rebeh) is een joodse geleerde die een expert is op het gebied van de halacha, de joodse wet. 'Rabbi' is een oud-Hebreeuwse term voor leraar. De moderne Hebreeuwse naam is רב, 'rav' wat letterlijk 'veel' of 'groot' betekent. 'Rabbi' in huidig Hebreeuws betekent Mijn meerdere / leraar'.

De term rabbijn wordt tegenwoordig algemeen gebruikt om de spirituele leider van een synagoge aan te duiden. Zijn voornaamste rol is die van spiritueel raadgever, leraar, kenner van de joodse wet en vandaaruit de persoon die geschillen aangaande de joodse wet beslist. Een rabbijn die zitting neemt in een Beet Dien (een joodse rechtbank) is vergelijkbaar met een rechter. Een rabbijn functioneert soms ook als chazan (voorzanger) in de synagoge en/of als ba'al koree (voordrager van de wekelijkse Thoralezing).[1]

Veel joden die de studie tot rabbijn hebben afgerond, zijn niet als religieus leider werkzaam. De titel rabbijn is een academische en eretitel, vergelijkbaar met een doctorale graad. In formele zin duidt de titel alleen het bereiken van een niveau van studie aan, niet een beroep.

  1. Vaak in de kleinere gemeenten, wegens beperkte middelen en functionarissen, worden geen meerdere mensen aangesteld maar alleen een rabbijn die verantwoordelijk is voor de gehele dienst. In die zin zou je een rabbijn kunnen vergelijken met een priester of pastoor. Echter behoort deze functie niet specifiek aan een rabbijn toe. Veruit de meeste sjoels stellen dan ook voor de verschillende taken meerdere mensen aan (waaronder een chazan en ba'al koree).

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne