Ribosoom

Celbiologie
De dierlijke cel
Animal Cell
Componenten van een dierlijke cel:
  1. Nucleolus
  2. Celkern
  3. Ribosoom (blauwe puntjes)
  4. Vesikel
  5. Ruw endoplasmatisch reticulum
  6. Golgicomplex
  7. Cytoskelet
  8. Glad endoplasmatisch reticulum
  9. Mitochondrion
  10. Vacuole
  11. Cytosol
  12. Lysosoom
  13. Centrosoom
  14. Celmembraan
Portaal  Portaalicoon  Biologie

Het ribosoom is een moleculair complex van eiwitten en ribosomaal RNA (rRNA) dat de centrale plaats vormt van eiwitsynthese. Ribosomen komen in grote aantallen voor in het cytoplasma van alle levende cellen. In ribosomen worden aminozuren in een keten aan elkaar verbonden in een volgorde die wordt bepaald door het messenger-RNA (mRNA), een proces genaamd translatie. Ribosomen bestaan uit twee componenten: een klein ribosoomdeel dat het mRNA afleest, en een groot ribosoomdeel waarin de aminozuurketen wordt gevormd. Ribosomen kunnen vrij voorkomen in het cytoplasma of gebonden zijn aan het endoplasmatisch reticulum of het kernmembraan.

Cellen besteden veel energie aan de vorming van ribosomen. Een E. coli-bacterie bevat ongeveer 15.000 ribosomen, elk met een molecuulgewicht van ongeveer drie miljoen dalton. Ribosomen vertegenwoordigen circa 25% van de totale massa van deze bacteriën. Ook in planten en dieren is ribosomaal RNA het meest voorkomende type RNA dat in de cel voorkomt.[1]

  1. (en) Campbell N. Urry L. Cain M. Wasserman S. Biology, A Global Approach, eleventh edition (2018) ISBN 1-292-17043-3

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne