De valversnelling of zwaarteveldsterkte (of gravitatieveldsterkte) is de grootte (op de grond ongeveer 9,8 m/s²) en richting van het zwaartekrachtsveld. De valversnelling duidt men meestal aan met g.
Bij een grotere gewenste nauwkeurigheid (vanaf 2 cijfers achter de komma) moet onderscheid gemaakt worden tussen twee varianten van het begrip valversnelling:
Beide begrippen valversnelling zijn afhankelijk van de plaats op, boven of in de grond.
De verticale richting wordt meestal gedefinieerd als de richting van variant 2. Deze kan worden bepaald met een schietlood.
Gravimetrie bepaalt met behulp van een vaak zeer nauwkeurig meetinstrument (gravimeter) de grootte van variant 2. Indien gewenst kan dit eenvoudig gecorrigeerd worden voor de verticale component van de middelpuntvliedende kracht, om de grootte van variant 1 te bepalen.
Boven de grond of in bijvoorbeeld een schacht of grot is variant 2 ook de versnelling waarmee voorwerpen in vacuüm naar de aarde vallen in vrije val, dus als er geen andere krachten op werken dan de zwaartekracht, in een draaiend referentiekader.