Vandalisme

Door vandalen beschadigde busruit.
Vandalisme in de openluchtfietsenstalling bij station Alphen a/d Rijn.
Winkelwagentje van winkelcentrum Leidsenhage, in een sloot gegooid in Leidschendam.
Door vandalen in het Valleikanaal gegooid verkeersbord, nabij Leusden.
Vernieling van een bushalte in Rotterdam.

Vandalisme is het moedwillig beschadigen of vernietigen van objecten die iemand anders toebehoren of openbaar bezit zijn. Het verschijnsel is genoemd naar het volk van de Vandalen, dat onder andere Rome meermalen aanviel en daar verwoestingen aanrichtte. Tijdens de Franse Revolutie was abbé Grégoire de eerste die het woord vandalisme gebruikte voor onnodige vernielingen in de kerk.

Over het algemeen gaat het om kwajongensstreken als het omgooien van vuilnisbakken, het bekladden van muren (graffiti), het in brand steken van afval en papier en het bekrassen van auto's. Het betreft vaak kinderachtig of puberaal gedrag uit verveling en kan wijzen op gebrek aan intelligentie, fantasie, fatsoen of inlevingsvermogen, hoewel dit laatste geenszins noodzakelijkerwijs het geval is.[bron?] Er kan bijvoorbeeld ook sprake zijn van een innerlijke onvrede bij de overtreder of zelfs ernstigere psychische problemen. Soms wordt vandalisme gepleegd uit wraak, of uit protest tegen bepaalde personen of instanties. Dit kan bijvoorbeeld het bekladden van muren met bepaalde slogans zijn, of het ingooien van ruiten. Het zijn geen halsmisdrijven, maar het kost de maatschappij wel ieder jaar veel geld. Vandalisme is in het Nederlandse strafrecht onder meer strafbaar gesteld als 'vernieling' (art. 350 WvSr). Aangezien het een misdrijf betreft, kan de dader er een strafblad door oplopen.

Vandalisme is gedeeltelijk instinctief, een vandaal probeert te laten zien dat hij dominanter is dan anderen. Het verschijnsel wordt onder meer bestudeerd door juristen, sociologen, psychologen en psychiaters.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne