Wellevendheid is een stelsel van manieren en gedragingen die waarborgen dat mensen met elkaar omgaan op een manier die maatschappelijk aanvaard is en die positief wordt gewaardeerd. Hoewel een vergrijp tegen de wellevendheid negatief wordt ervaren, is het niet strafbaar.
In de hoge en late middeleeuwen van Europa was hoofsheid de gedragsnorm geweest van de adel, maar rond 1500 was de macht van de adel aangetast en was de hoofsheid in aanzien gedaald.
Van de zestiende tot en met de negentiende eeuw verschenen er, vooral in Frankrijk, boeken over wellevendheid, waarin stond welk gedrag was toegelaten en welk gedrag niet. Natuurlijk liet niet al het ongewenste gedrag zich zomaar afschaffen. Dat gedrag werd echter beperkt tot de huiselijke kring, of werd zelfs in het geheim gepraktiseerd, als het om sterk afgekeurd gedrag ging. Men ging over veel dagelijkse handelingen zwijgen.
Enerzijds kwam er steeds meer beïnvloeding van het gedrag en steeds meer sociale controle. Anderzijds zochten de mensen steeds meer bescherming binnen het gezin. Dit waren twee kanten van dezelfde medaille. Het resultaat was een scheiding tussen privé- en publiek leven, tussen innerlijk en uiterlijk.
De nieuwe wellevendheid kon zich mede zo goed verbreiden door de toepassing van de boekdrukkunst en de toenemende alfabetisering van de Europese bevolking in de zeventiende en achttiende eeuw.