Spanje is onderverdeeld in zeventien autonome gemeenschappen (ook wel autonome regio's of zelfstandige gewesten genoemd) (Spaans: comunidades autónomas) en twee autonome steden (Spaans: ciudades autónomas). De onderverdeling is vastgelegd in de Spaanse grondwet van 1978. Dit was de eerste grondwet na de dictatuur van Franco.
Ter voorkoming van toenemend separatisme en instabiliteit voorzag de grondwet van 1978 in een verregaande decentralisatie. Elke autonome gemeenschap heeft haar eigen regering en parlement met grote wetgevende en uitvoerende macht. In 1995 verkregen ook de twee Spaanse provincies in Noord-Afrika, Ceuta en Melilla, als stadsprovincie autonomie.
De meeste autonome gemeenschappen zijn zelf weer onderverdeeld in provincies. Dit is niet het geval in Asturië, de Balearen, Cantabrië, de regio Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja en de autonome steden (ciudades autónomas). Deze regio's omvatten elk slechts één provincie. Verdere onderverdeling van de provincies geschiedt in comarca's (landstreken, gewesten) en gemeenten.