De binomiale nomenclatuur voor levende wezens is gangbaar gemaakt door Carl Linnaeus. De eigenlijke term (bi-nomiaal - twee termen) heeft betrekking op namen voor soorten: elke soort heeft een tweedelige naam: de genusnaam (van: genus, mv. genera) of geslachtsnaam en een aanduiding voor de soort: bijvoorbeeld Linnaea borealis voor het linnaeusklokje. Linnaeus kende zulke tweedelige namen toe aan stenen, planten en dieren.
Voor die tijd had elke soort een lange naam die tegelijkertijd een beschrijving was. Door de naam te reduceren tot twee delen werd de naam enkel een handvat, een etiket. Zo werd correcte nomenclatuur grotendeels onafhankelijk van taxonomie: dit is de grote verdienste van Linnaeus.