Frans-Vlaams of Vlaemsch (vroeger soms ook Westhoek-Vlaams[1] genoemd) is het West-Vlaamse dialect dat van oudsher wordt gesproken in een gebied in Noord-Frankrijk (de voormalige regio Nord-Pas-de-Calais), dat als Frans-Vlaanderen bekendstaat. Dit gebied loopt even ten oosten en zuiden van Duinkerke met een boog tot aan Hazebroek (Hazebrouck), en verder oostwaarts tot aan de Belgisch-Vlaamse grens. Het wordt in Belgisch-Vlaanderen aangeduid als de Franse Westhoek.
Slechts een klein en sterk slinkend deel van de plaatselijke bevolking gebruikt deze variëteit van het West-Vlaams als moedertaal. Wel heeft de Franse regering toegestaan dat in het Noorderdepartement het Standaardnederlands als vreemde taal onderwezen mag worden op de scholen, zoals dat ook met Duits en Engels het geval is. De authentieke en autochtone vorm van het Nederlands, het eigen Frans-Vlaemsch, verliest daarmee meer aan status. Sinds december 2021 echter is ook le flamand (het (West-)Vlaams) officieel erkend als streektaal door het Franse ministerie van Onderwijs.[2][3]