Geslachtsstrengen

Geslachtstrengen (groen en rood) bij een muisembryo
2 en 5 geslachtsstrengen, 6 eicellen.
Een afbeelding van de migratie van de cellen die aanleiding zullen geven tot de geslachtsstrengen naar de gonadale richel, waar ze de geslachtsklieren van het embryo zullen worden.
Embryonale ontikkeling van de rete testis bij de muis (sec cords: geslachtsstrengen).

De geslachtsstrengen of kiemstrengen zijn embryonale structuren die uiteindelijk aanleiding zullen geven tot de volwassen geslachtsklieren.[1] Ze worden gevormd uit de gonadale richels in de eerste twee maanden van de zwangerschap (embryonale ontwikkeling), die afhankelijk van het geslacht van het embryo aanleiding zullen geven tot mannelijke of vrouwelijke geslachtsstrengen.[2] Deze epitheelcellen (van de gonadale richels) dringen het onderliggende mesenchym binnen om de primitieve geslachtsstrengen te vormen.[3] Dit gebeurt kort voor en tijdens de aankomst van de oerkiemcellen naar de gepaarde gonadale richels.[3] Als er een Y-chromosoom aanwezig is, zullen testiculaire strengen zich ontwikkelen via het Sry-gen (op het Y-chromosoom): het onderdrukken van de vrouwelijke geslachtsstrenggenen en het activeren van de mannelijke.[4][5] In de aanwezigheid van Sry beginnen de geslachtstrengen van een 8 weken oud embryo te differentiéren tot teelbal, en komen sertolicellen en leydigcellen tot ontwikkeling. Als er in plaats van het Y-chromosoom een tweede X-chromosoom aanwezig is, zal het tegenovergestelde gebeuren, waarbij eierstokstrengen ontstaan. Voordat de geslachtsstrengen gevormd worden zijn er zowel in XX- als XY-embryo's (vrouwelijke en mannelijke) gangen van Müller en van Wolff aanwezig.[2] Een van deze structuren zal worden onderdrukt om de andere ertoe aan te zetten zich verder te differentiëren tot de uitwendige geslachtsorganen.[2] De gangen van Müller zijn de gangen in het embryo die zich bij een vrouwelijke embryo ontwikkelen tot de eileiders, baarmoeder, baarmoederhals (cervix uteri) en het bovenste deel van de vagina. De gangen van Wolff dienen als het primordium voor mannelijke urogenitale structuren, waaronder de bijbal, zaadleider en zaadblaasjes.

  1. (en) Kanai, Yoshiakira, Kurohmaru, Masamichi, Hayashi, Yoshihiro, Nishida, Takao (1989). Formation of male and female sex cords in gonadal development of C57BL/6 mouse.. The Japanese Journal of Veterinary Science 51 (1): 7–16. ISSN: 0021-5295. DOI: 10.1292/jvms1939.51.7.
  2. a b c (en) Reyes, Alejandra P., León, Nayla Y., Frost, Emily R., Harley, Vincent R. (2023). Genetic control of typical and atypical sex development. Nature Reviews Urology 20 (7): 434–451. ISSN: 1759-4812. PMID 37020056. DOI: 10.1038/s41585-023-00754-x.
  3. a b Sadler, T.W. (2015). Langman's medical embryology, 13th. Wolters Kluwer, Philadelphia. ISBN 9781469897806.
  4. (en) Wilhelm, Dagmar, Koopman, Peter (2006). The makings of maleness: towards an integrated view of male sexual development. Nature Reviews Genetics 7 (8): 620–631. ISSN: 1471-0056. PMID 16832429. DOI: 10.1038/nrg1903.
  5. (en) Gubbay, John, Collignon, Jérôme, Koopman, Peter, Capel, Blanche, Economou, Androulla (1990). A gene mapping to the sex-determining region of the mouse Y chromosome is a member of a novel family of embryonically expressed genes. Nature 346 (6281): 245–250. ISSN: 0028-0836. PMID 2374589. DOI: 10.1038/346245a0.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Nelliwinne