Hersenverlamming | ||||
---|---|---|---|---|
Cerebrale parese | ||||
Synoniemen | ||||
Nederlands | spastische kinderverlamming[1] ziekte van Little[1] Littlese ziekte[2] | |||
Coderingen | ||||
ICD-10 | G80 | |||
ICD-9 | 343 | |||
OMIM | 603513 605388 | |||
DiseasesDB | 2232 | |||
eMedicine | neuro/533 pmr/24 | |||
standaarden | ||||
MeSH | D002547 | |||
|
Hersenverlamming, cerebrale parese of diplegia spastica infantilis[1] is een stoornis die wordt veroorzaakt door schade aan de hersenen tijdens of vóór de geboorte. Naar de Engelse aanduiding wordt het ook wel cerebral(e) palsy genoemd. Een hersenverlamming gaat vaak gepaard met een slechte coördinatie, spraakproblemen en leerproblemen.
Hersenverlamming is een van de meest voorkomende aandoeningen die door pediatrische neurologen worden bestudeerd. Een belangrijk probleem dat door zowel werkers in de gezondheidszorg als ouders wordt onderkend, is dat er geen absolute definitie van hersenverlamming bestaat. Veel mensen uit de gezondheidszorg zouden hersenverlamming omschrijven als een afwijking van de motorische functies (in tegenstelling tot de geestelijke functies) die op vroege leeftijd, gewoonlijk voor of tijdens het eerste levensjaar, wordt opgelopen en die toe te schrijven is aan een niet-progressief hersenletsel. Verlamming kan een symptoom zijn, maar dat hoeft niet. Spasticiteit en spasmen komen veel voor.
De motorische functie is het vermogen bewegingen uit te voeren en bij te sturen. Hersenletsel is een afwijking in de hersenstructuur of -functie. Het gebruik van de term niet-progressief betekent dat het letsel geen doorgaande verslechtering van de hersenfunctie veroorzaakt.
Hersenverlamming treedt op bij ongeveer 1 tot 3 per duizend levendgeborenen.