De menstruatie (afkomstig van mensis, Latijn voor maand), ook wel ongesteldheid of maandstonde genoemd, is bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd de maandelijkse periode van ongeveer een week waarin menstruatiebloed en slijm via de vagina wordt uitgescheiden als gevolg van het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies (endometrium). Dit baarmoederslijmvlies wordt aan het begin van iedere menstruatiecyclus – direct na de vorige ongesteldheid – opgebouwd. Twee weken in de cyclus vindt een eisprong (ovulatie) plaats. Een bevruchte eicel kan zich dan in het baarmoederslijmvlies innestelen. Zonder de hormonen van dit embryo wordt het extra opgebouwde baarmoederslijmvlies weer afgebroken.
Menstruatiebloed bevat bloed en baarmoederslijmvlies (endometrium) en boodschappers van het afweersysteem, zoals afweercellen en signaalstoffen. De meeste vrouwen menstrueren twee tot tien dagen lang. Meestal is het bloedverlies de tweede dag het sterkst. Gemiddeld verliest men tijdens een menstruatie ongeveer 50 milliliter bloed. Het menstruatiebloed stolt niet doordat de baarmoederwand het enzym plasmine bevat dat bloedstolsels afbreekt. Door overvloedig of langdurig menstrueren kan bloedarmoede ontstaan.